zondag 22 november 2009

VERSLAG LONDON CALLING 2009/#2

De tweede London Calling van 2009 kan de boeken in als de galm-editie. Het aantal bandjes met overstuurde gitaren en groots echoende zang waren niet op één hand te tellen. Niks mis mee trouwens in deze donkere novembermaand vlak voor kerst.

Ook leerden we dit weekend dankzij A Place to Bury Strangers de overtreffende trap van herrie kennen, liepen we helemaal warm voor retroblues en bolhoeden bij Alberta Cross en werd het zomaar even zomer tijdens een denderende show van Jack Penate. Dat en meer na de klik!

LONDON CALLING DAG 1

Vanuit de druilerige regen vluchten we al vroeg op de avond Paradiso in. Om half zeven is het nog lekker rustig en lopen we zonder problemen de bovenzaal binnen. Iets wat later op de avond geen optie meer is. Het Londonse Kings Of Spain trapt af met een nogal Iers klinkend rockmengsel wat jammer genoeg nergens overtuigd. Geen podiumuitstraling en geen uitschieters in de setlist, behalve een aardige spacejam aan het einde van de set. Meest opvallende factor; de enorme bassist die zo uit een jaren '80 metalband lijkt te zijn gestapt, en die we de rest van de avond nog vaak tegenkomen bij de bar.

Terwijl de poptempel volstroomt betreedt Sad Day For Puppets het bovenpodium. Niks London Calling, deze heren en dame komen uit Zweden. Melodieuze shoegaze, met teveel effect op de gitaren en te weinig hooks waardoor het geheel nogal zompig klinkt en het verlegen stemmetje van zangers Anna Eklund verdrinkt in de gitaarsoep. Jammer want het contrast tussen de hoog opgetrokken geluidsmuur en haar liefelijke zang is op plaat best aardig.

Beneden is het tijd voor de donkere en meeslepende Schotse galmrock van We Were Promised Jetpacks. De band is al behoorlijk gegroeid sinds ze kortgeleden verlegen en onder de indruk het bovenzaaltje voor zich innamen. De uit de klei getrokken frontman rent zowaar heen en weer met zijn gitaar tijdens het wel erg lange intro op Keeping Warm. Mooie set die halverwege een beetje dreigt in te zakken met This Is My House, This Is My Home, maar ruimschoots goed wordt gemaakt door het steeds beter klinkende Ships With Holes Will Sink. Eervolle vermelding voor drummer Darren Lackie die met zijn marsachtige drums de band zonder pardon door de set heen beukt.

The Leisure Society slaan we over omdat er ook gerookt, gedronken en gesocialised moet worden. Bovendien heeft uw verslaggever een lichte indiefolk allergie voor baarden, cello’s en meerstemmige zang. Dus met welgemeende excuses overgeslagen.

Als we een half uurtje later nietsvermoedend de benedenzaal weer inlopen voor A Place To Bury Strangers vinden we een hal vol stomgeslagen mensen die met grote ogen naar het podium staren. De werkelijk verbijsterende herrie die de drie mannen van APTBS de zaal inblazen doet zelfs m’n wangen klapperen. De band is een soort Joy Division die na een berg speed My Bloody Valentine besluit te spelen. De overtreffende trap van herrie. Donker, knetterhard en meedogenloos. Intrigerend, maar beslist niet aan te raden zonder oordoppen.

Helaas is The Twilight Sad in de bovenzaal niet meer bereikbaar, halverwege de trap is de opstopping al compleet. Jammer, want het nieuwe album ‘Forget The Night Ahead’ is een erg goede plaat. Op het scherm in de benedenzaal is het optreden gelukkig ook redelijk te volgen. De band zit bij hetzelfde label als We Were Promised Jetpacks (FatCat) en maakt eveneens genetisch bepaalde Schotse wall-of-sound-rock; donker, galmend, meeslepend en melodieus. De delivery is wat rauwer dan hun labelgenoten en zo te zien (op het scherm) het charisma van de zanger wat groter. Hopelijk komen ze nog eens terug bij de volgende editie.

Vooraf mijn persoonlijke favoriet Alberta Cross, bestaat uit Zweden en Engelsen opererend vanuit New York. Niet alleen de muziek maar ook de looks zijn een kruising tussen Kings Of Leon en The Black Crows; smoezelig grungy, lang haar, skinny jeans en de onafscheidelijke hoed van zanger Stakee. Met zijn unieke stemgeluid, en retro bluesrock met een flinke klets psychedelica gooit debuutalbum ‘Broken Side Of Time’ hoge ogen in de jaarlijstjes. Ook live stellen ze beslist niet teleur, vernieuwend is het allemaal niet, maar wel ontzettend lekker. Na albumopener Song Three Blues, volgen oa Old Man Chicago, Ghost Of City Life en titeltrack Broken Side Of Time. De hoge gekwelde stem van Stakee (jawel, met flink wat galm) snijd moeiteloos door de grote zaal. Hoewel het publiek mijn enthousiasme niet helemaal lijkt te delen gaan uiteindelijk de handen toch nog flink op elkaar bij afsluiter en hitje ATX. Hier gaan we nog veel meer van horen.

De hooggekuifde Ben Esser fungeert, met zijn vrolijke crossover samplepop, als uitsmijter van de dag maar krijgt het niet voor elkaar om over te komen als hoofdact. Hoewel hij een soepele performer is en wel in zijn element lijkt, blijft het allemaal erg lauw. De zaal gaat niet los, de band spettert niet van het podium. Zelf bij hitjes Braveface en Headlock gebeurt er weinig in de zaal. Jammer, want dit had net zo’n spetterende afsluiter kunnen worden als Jack Penate een dag later wél waarmaakt.

Gemist: Leisure Society, Little Death, Johnny Foreigner, Mirrors

LONDON CALLING DAG 2

Vandaag wat later ingestapt in verband met algehele vermoeidheid. Net op tijd om nog een staartje van de kundig gestylde Beth Jeans Houghton mee te krijgen. Ze ziet er alvast uit als een diva met zware make-up in een witgepoederd gezichtje, een blonde Amy Winehouse coupe en kort jurkje met enorme parelketting. Haar minimalistische en fragiele folkpop doet een beetje denken aan Laura Marling. Prachtige stem en gezellig rommelige performance.

De eerte act in de grote zaal heet The Boxer Rebellion. De band timmert al sinds 2003 aan de weg, maar door ziekte en verlies van een platendeal wilde het vooralsnog niet zo vlotten met deze Londenaren. De ervaring is echter goed zichtbaar in de manier waarop ze de grote zaal van Paradiso moeiteloos bedienen; overtuigend, strak en professioneel. Geen uitbundige podiumperformance maar goed in het gehoord liggende melodieuze rock met stadion ambitie, waarin zowel U2, Snow Patrol als Coldplay is te horen. De gitarist heeft bovendien goed op Nick McCabe van The Verve gelet en trakteert ons op enkele spacy gitaarsolo's. Het geluid van zanger Nathan Nicholson galmt over alles heen en doet af en toe denken aan Thom Yorke in z'n vroege jaren. Bij het laatste nummer is de zaal ook overtuigd wat een behoorlijk uitbundig applaus oplevert zo vroeg op de avond. Aangename verrassing.

Boven werkt Kid Harpoon zich ondertussen in het zweet met zijn akoestische gitaar. Wij blijven beneden voor Wild Beasts. Volgens het muziekjournaille maken ze artrock, en apart is het zeker. Eigenlijk is het instrumentaal gezien helemaal niet zo afwijkend, het zijn de stemmen van zangers Hayden Thorpe en Tom Fleming die de muziek tot een geheel eigen beleving maken. Thorpe wisselt moeiteloos van falset naar bariton binnen één nummer en doet dit loepzuiver. Fleming heeft een wat algemener stemgeluid maar verrast met her en der een absurde uithaal. Mede door de bloedserieuze uitstraling wordt het echter al gauw wat zwaar op de hand, en operastemmen in combinatie met rockmuziek neigt wat mij betreft wat teveel naar prog. Tijd voor een biertje in de bovenzaal..

..alwaar Violens hun britpopkunstje in Brooklynsaus serveert. Leuk bandje, goeie sound, prettige stem, aardige performance met zo af en toe een aparte twist in de, verder wat doorsnee rocknummers maar het beklijft allemaal niet erg.

Beneden kampt Bombay Bicycle Club met technische problemen die zorgen voor een moeizame start. Maar bij het derde nummer komen de piepjonge heren er goed in en wordt dit een alleraardigst optreden. BBC maakt hoekige rocksongs met rammelende gitaren en moet het vooral hebben van het specifieke stemgeluid van zanger Jack Steadman. Aan het visuele aspect mag wat mij betreft nog wel wat aandacht worden besteed, het lijkt alsof ze zo van een zaterdagavondje bankhangen het podium op zijn gestapt, maar de bewegingen van Steadman zijn wel weer intrigerend. Debuutalbum I Had The Blues... had mij nog niet zo overtuigd maar dit optreden valt beslist niet tegen. Het publiek slikt het allemaal als zoete koek. Er ontstaat zowaar een pit, inclusief crowdsurfers en een stage-invasion, waar de band zich overigens helemaal niks van aantrekt. Met wat meer bravoure, overtuiging en styling kan deze band flink groot groeien.

Uiteraard niet voor niets als hoofdact geprogrammeerd, maar toch wordt Jack Penate voor mij de grote verrassing. Het voorheen wat chubby mannetje met akoestische gitaar liet met zijn swingende show op Lowlands al zien dat hij flink gegroeid is, maar ontpopt zich in Paradiso tot een ware rockster en publieksmenner. De zomerse mix van pop, rock, ska en soul laat de zon uitbundig schijnen in de grote zaal. De aftrap met Spit At Stars en Everything is New is het startsignaal van een klein uurtje feest. Bij Let's All Die springt de zaal vrolijk op en neer en gooit Penate zichzelf in het publiek. Als afsluiter en zomerhit Tonight’s Today wordt ingezet is het feest compleet en wordt er zelfs bij de bar en op de balkons uitbundig gedanst. Wederom wordt het podium aan het einde bestormd door een golf enthousiast dansende fans. Feestje!

Blij en verzadigd kijken we vanaf het balkon met enige verbazing naar de zevenkoppige Phenomenal Handclap Band die precies zo funky en retro klinken als de naam doet vermoeden. De band is een maffe mengelmoes van twee prachtige zangeressen, een in leer gestoken dj/annex toetsenist, een drummer die gecast lijkt voor Spinal Tap en een zeer harige gitarist in wapperend gewaad die op Woodstock niet misstaan had. De voornamelijk instrumentale mix van vintage funk, soul en synths is strak en swingend, maar het publiek gaat er slechts schoorvoetend in mee. Na Jack Penate wil iedereen lekker doorspringen en meebrullen op indiehits tijdens de Noodlanding afterparty. En gelukkig, de rest van de nacht kan dat ook.

Gemist: Four Dead In Ohio, Kid Harpoon, Pyramiddd, MPHO

...LEES HIER VERDER...

dinsdag 3 november 2009

KLERKX - SHE SAID

Tijd om weer eens wat Nederlandse muziek onder de aandacht te brengen. Rob Klerkx, bekend als drummer van Moke, maakte afgelopen zomer zijn eerste solo album: 'Unleash'. En vergis je niet, Unleash lijkt in de verste verte niet op de muziek waar Moke groot mee werd. Melancholische liedjes met folk en country invloeden is wat Klerkx maakt als hij niet met de heren van Moke op pad is.

In het najaar verbleef hij een paar dagen in Schotland om een video te maken bij single 'She Said'. In de grauwe regenachtige straten van Glasgow bracht hij een ode aan de Schotse vrouwen daar. Na de klik het sfeervolle resultaat.


...LEES HIER VERDER...