zondag 23 november 2008

STOMEND AFSCHEIDSFEESTJE DIRTY PRETTY THINGS


Buiten, voor de ingang van de Melkweg begint de discussie al, dé Grote Vraag sinds de aankondiging in oktober van het einde van de Dirty Pretty Things; wat gaat Carl Barât hierna doen? En is er een kans dat... wie weert... héél misschien... Voor ik via de garderobe de bar heb bereikt zijn de woorden Libertines, reunie en Pete Doherty al een keer of tien gevallen.

Maar vanavond gaat het niet om Barât's legendarische vorige bandje, noch om oud bandmaatje Doherty, maar alleen de Dirty Pretty Things. De Britse rockers ogen niet bepaald als een uitgeblust kwartet dat alleen nog even de tour af moet maken. Zoals op hun MySpace al aangekondigd; ze gaan eruit met een bang. En goeiedag zeg, daar is geen woord van gelogen. Op het moment dat ze opkomen en 'Wondering' inzetten is de zaal binnen een seconde veranderd in een kolkende massa. Niks moshpit, de hele zaal is één grote springende en pogoende bende.

Charismatische pretty boy Carl Barât zorgt voor een hoog percentage opgewonden meisjes in de zaal. Er zijn er zelfs twee die bezwijken en zijdelings worden weggedragen, lang geleden dat ik flauwvallende meisjes heb gezien bij een concert. Het wordt er uiteraard niet beter op als Carl in de toegift bij 'Hippy Son' besluit z'n shirt uit te trekken en gitarist Rossomando even later zijn voorbeeld volgt.

De imposant gespierde zwarte drummer Gary Powell (ook ex-Libertine), ook met ontbloot bovenlijf, houdt het tempo hoog en zweept de rest van de band op. Het enthousiasme op het podium is even groot als in de zaal. Powell raakt zelfs zodanig in vervoering dat hij na de set het podium niet verlaat maar in z'n eentje eindeloos het publiek blijft bedanken om vervolgens theatraal voorover te vallen. Als hij dit na de toegift wil herhalen wordt hij door Barât met lichte dwang van het podium gedirigeert.

De mannen spelen een mooie, felle mix van de twee cd's waarbij vooral de oudere nummers als 'Deadwood', 'You Fucking Love It' en 'Bang, Bang You're Dead' bij het publiek voor extase zorgen. De band is goed op elkaar ingespeeld, het tempo is hoog en ondanks het rammelrock imago spelen ze behoorlijk strak. 'Come Closer' van het tweede album is één van de weinige rustpunten, met prachtige samenzang.

Die samenzang maakt de hele avond indruk. Op de albums is soms moeilijk te horen wie welk (deel van het) nummer zingt, maar naast Barât nemen bassist Didz Hammond en gitarist Anthony Rossomando af en toe de leadzang over, wisselen ze elkaar af binnen de nummers en zingen ze regelmatig driestemmig zoals bij knaller 'Buzzard & Crows', 'Plastic Hearts' en hitje 'Tired Of England'. En daarbij speelt Rossomando ook nog eens verdienstelijk trompet.

Een stomende show en meer dan waardig afscheid. Als bij de uitgang de discussie over The Libertines weer oplaait (hou toch eens op mensen) bedenk ik dat we in de toekomst ongetwijfeld weer van Barât zullen gaan horen, en ongetwijfeld zonder zijn veelbesproken erfenis.

Dirty Pretty Things
Melkweg 22-11-2008

Geen opmerkingen: